De oudere hond

Na de fases van de puppytijd met scherpe tanden en zindelijkheidstraining, de puberteit met de vele hormonen en het onvoorspelbare gedrag en de stabiele jaren van de volwassenheid, volgt de seniorfase. Je hond wordt ouder, misschien ook wel grijzer en zijn gezondheid gaat langzaam achteruit. In dit artikel bespreken we deze fase en hoe je je hond hierin kunt begeleiden.

Wanneer is je hond senior?

Maar wanneer bereikt je hond deze seniorenfase? Dat verschilt niet alleen per hond, maar hangt ook samen met de grootte en het gewicht. In zijn algemeenheid leven kleine honden langer dan grote honden. Kleine honden tot ca. 10 kg zijn pas ‘oud’ met een jaar of tien, terwijl honden tussen de 10 en 25 kg al met zeven jaar senior zijn. Nog grotere en zwaardere honden zijn soms met vijf jaar al oud te noemen.

Dit komt mogelijk omdat grotere honden vatbaarder zijn voor ouderdomskwalen ten gevolge van de snelle groei die ze doormaken. Daardoor is er een hoger risico op afwijkingen in de celgroei, waardoor de organen en het immuunsysteem sneller verouderen.

Waar merk je aan dat je hond ouder wordt?

Een van de eerste dingen waar je wellicht aan denkt, is het verschijnen van grijze haren bij je hond. Net als bij mensen kunnen hondenharen met het verstrijken van de jaren hun kleur verliezen. Dit zie je vaak als eerst rond de snuit. Hierbij spelen niet alleen genen een rol, maar ook is er onderzoek gedaan naar de invloed van andere factoren bij honden die erg jong, namelijk vóór het vierde jaar, grijs werden. Interessant is dat hieruit bleek dat of een hond gecastreerd was, de grootte van de hond en de aanwezigheid van medische problemen geen relatie hadden met vroeg grijs worden. Wat wel een rol speelde, was de mate van angst en impulsiviteit: hoe hoger de honden op die aspecten scoorden, hoe groter de kans dat ze al jong een grijze snuit hadden.

Daarnaast kun je merken dat je hond minder goed hoort of ziet naarmate hij ouder wordt. Zo is het mogelijk dat je hond steeds minder op de deurbel of andere geluiden reageert, of buiten als het donker is opeens gaat blaffen als hij iets in de verte ziet. Ook kan het zijn dat je als je met je hond traint, hij de clicker, je beloningswoord of de hondenfluit niet meer zo goed hoort. Los laten lopen is misschien geen optie meer. En als je in de ogen van je hond kijkt, kan zich daar een grijsblauwe waas aftekenen. Opvallend is trouwens dat de neus van de hond pas erg laat achteruit gaat: meestal blijft deze goed functioneren tot een leeftijd van veertien jaar!

Een andere ‘ouderdomskwaal’ is gewrichtspijn. Dit is echter vaak lastig te herkennen, omdat honden pijn niet altijd duidelijk aangeven. Ook zie je je eigen hond natuurlijk elke dag, waardoor je kleine veranderingen in gedrag die duiden op pijn gemakkelijk kunt missen. In deze video wordt heel duidelijk uitgelegd waaraan je pijn kunt herkennen bij honden:

Net als mensen, kunnen honden ook cognitieve problemen ontwikkelen en dementie krijgen. Symptomen waaraan je dit kunt herkennen zijn onder andere een veranderd dag-nachtritme, verdwaald raken in huis (en bijvoorbeeld in een hoek gaan staan), slomer zijn, minder contact maken en onzindelijkheid. Ca. de helft van de honden ouder dan elf jaar ontwikkelt deze klachten.

Hoe kun je je oudere hond ondersteunen?

Uiteraard is het ontzettend belangrijk om de gezondheid van je hond goed in de gaten te houden en alert te zijn op bovenstaande en andere ouderdomskwalen. Veel dierenartsen bieden een zogenaamde seniorencheck aan vanaf een bepaalde leeftijd. Er wordt dan niet alleen bloed- en urineonderzoek gedaan, maar ook het gebit, de gewrichten en het hart worden onderzocht.

Verder kan het goed zijn om een iets dikker, steviger of warmer kussen voor je hond aan te schaffen dat meer ondersteuning biedt, zeker omdat oudere honden meer slapen en een comfortabele ligplek dan extra belangrijk is. Omdat oudere honden het ook wat sneller koud krijgen, kun je overwegen om een jasje of trui bij je hond aan te doen op koude dagen. Daarnaast bestaan er supplementen speciaal voor oudere honden, zoals glucosamine voor soepele gewrichten en Aktivait om het verouderingsproces te vertragen. Tot slot kun je voeding gaan geven die speciaal voor senior honden is samengesteld.

Natuurlijk betekent het feit dat je hond ouder wordt niet dat je niets meer met je hond kunt ondernemen. Hoewel hele lange wandelingen en intensieve sporten als behendigheid wellicht niet meer tot de mogelijkheden behoren, kun je nog steeds een heleboel leuke activiteiten ondernemen. Denk bijvoorbeeld aan puzzelspelletjes thuis, detectie, speuren en andere minder belastende activiteiten zoals hoopers.

Conclusie

Ergens tussen de vijf en tien jaar oud begint de seniorenfase voor je hond. Tijdens deze fase kan je hond te maken krijgen met gezondheidsproblemen, minder goed werkende zintuigen en andere typische ouderdomskwalen. Maar met een goede begeleiding en op de leeftijdsfase afgestemde activiteiten kun je hopelijk nog flink wat jaren van elkaar genieten!

Bronnen

Het belang van voorspelbaarheid

Je hebt vast wel eens meegemaakt dat een dagje uit totaal anders liep dan verwacht: de trein kwam niet opdagen, de tickets bleken verlopen, het weer sloeg opeens compleet om of je raakte hopeloos verdwaald… Kortom, alles ging anders dan verwacht en je dag werd gevuld met onvoorspelbare gebeurtenissen met waarschijnlijk een behoorlijke dosis stress als gevolg.

Voorspelbaarheid en stress

Onverwachte gebeurtenissen vinden wij mensen dus vaak stressvol. En dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor dieren. Zo zijn er onderzoeken gedaan met verschillende dieren die elektrische schokken kregen. Uiteraard is dit erg stressvol. Opvallend is echter dat wanneer de schok wordt aangekondigd (bijvoorbeeld met een lampje of geluid), de stress steeds aanzienlijk lager is dan wanneer de schok uit het niets komt. Hieruit blijkt dat voorspelbaarheid een belangrijke rol speelt bij de hoeveelheid stress die een dier ervaart.

Een mogelijke verklaring hiervoor is dat wanneer een dier weet wanneer er iets vervelends gaat gebeuren omdat dit wordt aangekondigd, het dier niet constant gestrest is maar slechts op de momenten waarop de prikkel wordt aangekondigd en toegediend. Wanneer er aan de andere kant elk moment iets naars kan gebeuren en dit niet voorspelbaar is, is het dier juist constant gestrest.

Alleen thuis zijn

Dit zou dus ook bij honden een belangrijke rol kunnen spelen, bijvoorbeeld wanneer honden last hebben van problemen rond het alleen thuis zijn. Vaak wordt nog steeds geadviseerd om hier de voorspelbaarheid te verlagen door steeds te doen alsof je vertrekt: je moet je sleutels pakken, je jas aan doen en deze dan weer uitdoen en wegleggen. Af en toe moet je natuurlijk wel echt het huis uit, waardoor deze vertreksignalen voor de hond onvoorspelbaar worden. Ook krijgen mensen soms nog het advies om stiekem weg te gaan, bijvoorbeeld als de hond slaapt. Het gevolg van deze adviezen kan echter zijn dat de hond juist alerter en gestrester raakt, omdat hij denkt dat je elk moment het huis kan verlaten. Daarom pleiten onderzoekers er juist voor om de voorspelbaarheid van het weggaan te vergroten: kondig je vertrek altijd met een specifiek en duidelijk signaal aan, zodat de hond de rest van de tijd niet bang hoeft te zijn dat je weggaat. Uiteraard is dit slechts een klein element van het vaak lange traject waaruit het oplossen van problemen rond het alleen thuis zijn bestaat. Schakel daarom ook een gedragstherapeut in om je te helpen.

Verzorgingshandelingen

Iets anders wat voor veel honden stressvol is, is het moeten ondergaan van verzorgingshandelingen zoals borstelen. Onlangs vertelde een cursist mij dat haar hond een beetje bang voor haar werd en erg gestrest was in huis. Toen we dit samen gingen analyseren, bleek dat de (langharige) hond het erg onprettig vond wanneer er takjes uit haar vacht werden gehaald of wanneer ze gekamd werd. De cursist deed dit vaak plotseling en spontaan wanneer ze een klit of takje zag. We hebben toen bedacht dat ze dit niet meer zomaar doet, maar eerst een specifiek kleedje uit de kast pakt, aankondigt ‘we gaan even borstelen’ en alleen dan de vachtverzorging doet. Buiten het kleedje om doet ze dit dus niet meer. Hierdoor is de voorspelbaarheid voor de hond vergroot en hoeft ze de rest van de dag niet meer bang te zijn, waardoor de hond veel meer ontspannen is thuis.

Uitvallen aan de lijn

Ook bij het uitvallen aan de lijn naar andere honden of mensen kan het vergroten van de voorspelbaarheid de stress bij de hond – en daarmee ook bij jou als eigenaar! – verminderen. Als jouw hond spanning ervaart bij het ontmoeten van andere honden aan de lijn, is het verstandig om contact aan de lijn te vermijden, bijvoorbeeld door in een grote boog om andere honden heen te lopen. Doe dit wel consequent: juist het soms wel en soms niet ontmoeten van andere honden aan de lijn zorgt voor meer stress omdat de voorspelbaarheid afneemt!

Voorspelbare communicatie

Ook bij veel ‘kleinere’ problemen in onze omgang met honden speelt een gebrek aan voorspelbaarheid een rol. Bijvoorbeeld wanneer er geen duidelijke routine of dagindeling is, of wanneer je in je communicatie onduidelijk bent: wanneer jij iets aankondigt (bijvoorbeeld ‘we gaan wandelen!’) en dat vervolgens niet doet, of je hand in je voerzakje stopt en vervolgens geen voertje geeft, of de ene keer het blaffen beloont door voertjes te strooien en de andere keer boos wordt omdat de hond blaft. Dit soort ‘miscommunicaties’ leiden tot frustratie bij de hond omdat jij als eigenaar op dat moment niet voorspelbaar bent: je creëert een verwachting die vervolgens niet uitkomt, met stress en frustratie bij de hond tot gevolg.

Conclusie

Voorspelbaarheid is in het leven van zowel mensen als dieren heel belangrijk. Het zorgt ervoor dat we weten wat er gaat gebeuren en ons niet constant alert en gestrest voelen. Je kunt als eigenaar de voorspelbaarheid vergroten door duidelijke signalen te gebruiken waarmee je aankondigt wat er gaat gebeuren en consequent en voorspelbaar te zijn in zowel je handelen als je communicatie.

Meer weten?

Wil je meer leren over het belang van voorspelbaarheid en hoe stress het gedrag van honden beïnvloedt? Volg dan onze online lezing over stress bij honden in onze online leeromgeving.

Bronnen

Bezoek ontvangen met een hond – deel 2

Ding-dong! Ah, de gasten zijn er. Luidkeels blaffend rent je hond naar de voordeur. Herkenbaar? Het ontvangen van bezoek is voor veel hondeneigenaren lastig. In het eerste artikel van dit tweeluik over bezoek ontvangen bespraken we hoe je problemen op dit gebied kunt voorkomen. In dit tweede artikel gaan we in op wat je kunt doen wanneer het gedrag helaas wel al een echt probleem is geworden.

Opwinding of agressie?

Voor veel honden is de komst van bezoek reden tot opwinding, wat mogelijk gepaard gaat met blaffen en opspringen. Soms is er echter meer aan de hand dan alleen wat opwinding en vindt de hond het bezoek juist helemaal niet leuk: dit is waarschijnlijk het geval als de hond gromt, aanhoudend blaft, zijn tanden ontbloot of zelfs hapt of bijt. Ook wanneer de hond zijn staart tussen zijn poten heeft, ineenkruipt of heel veel stresssignalen laat zien als er bezoek komt, is de hond duidelijk niet op zijn gemak. 

Om te kunnen bepalen hoe jouw hond zich voelt wanneer er bezoek komt, is het dus belangrijk dat je de lichaamstaal van je hond goed kunt lezen. Een tip hierbij is het kijken naar de staart en de manier waarop de hond kwispelt. In deze video leer je daar meer over. Wanneer je twijfelt, vraag dan een gediplomeerd gedragstherapeut om de lichaamstaal van je hond te beoordelen.

Veiligheid

Een hond die angstig en/of agressief reageert op bezoek voelt zich dus niet op zijn gemak en kan het bezoek zelfs als bedreigend ervaren. Datzelfde geldt trouwens ook andersom: ook het bezoek kan de hond als bedreigend ervaren. Een gevolg kan zijn dat het bezoek niet weet wat ze moeten doen, plotselinge bewegingen maken of de hond verkeerd benaderen, waardoor de situatie escaleert. Ook kan bezoek besluiten om maar helemaal niet meer langs te komen in de toekomst, wat natuurlijk erg ongezellig is. Het is dus belangrijk dat jij ervoor zorgt dat zowel de hond als het bezoek zich veilig voelen. Voorkom daarom dat bezoek en hond direct contact met elkaar kunnen maken. Hiervoor zijn er verschillende opties mogelijk:

  • De hond aanlijnen: als de hond kort is aangelijnd, kun je voorkomen dat hij bij het bezoek kan komen. Het nadeel hiervan is dat je ook zelf op afstand van het bezoek moet blijven en steeds goed op moet letten. Indien de hond ook hapt of bijt, is ook een muilkorf noodzakelijk.
  • De hond in een bench doen: als je de hond kort voor de komst van het bezoek naar zijn bench brengt met eventueel iets lekkers om hem af te leiden, voorkom je dat hij bij het bezoek kan komen. Ook het bezoek zal zich dan een stuk veiliger voelen. Nadeel is echter dat veel honden in de bench toch wel erg blijven blaffen wanneer het bezoek komt en je daardoor geen normaal gesprek kunt voeren…
  • De hond achter een hekje plaatsen: door een deel van je kamer af te schermen met hekjes, kun je ook contact tussen bezoek en hond voorkomen. Zo heeft de hond ook meer bewegingsruimte dan in de bench, wat met name bij bezoek dat wat langer blijft prettig is. Nadeel is dat je hiervoor wel ruimte moet hebben in je huis en dat je natuurlijk moet voorkomen dat je hond over het hekje heen kan springen.

Trainen?

Natuurlijk zou het uiteindelijk het mooiste zijn als je niet alleen vervelende situaties kunt voorkomen maar de hond zelfs kunt leren om bezoek leuk te gaan vinden. Dit zal echter niet voor alle honden een realistisch doel zijn: zo zijn bepaalde rassen gefokt op het bewaken van huis en haard. Deze rassen zijn vaak ook wat wantrouwiger naar onbekende mensen en zullen dus niet zo gemakkelijk veranderen in een enthousiaste knuffelbeer wanneer er iemand over de vloer komt. Daarnaast kan de angst en/of de agressie zo heftig zijn dat trainen überhaupt niet haalbaar is: om te kunnen trainen en nieuwe associaties met bezoek te kunnen leggen, moet een hond namelijk wel redelijk ontspannen zijn. Voor sommige honden is dit te bereiken door ze even achter een hekje te plaatsen, maar voor andere honden is de komst van het bezoek – op welke afstand dan ook – zo’n heftige of bedreigende prikkel dat je niet tot ze door kunt dringen en trainen dus niet mogelijk is.

Wanneer jouw hond wel wat meer ontspannen is wanneer je zorgt voor afstand tot het bezoek middels aanlijnen, hekjes of een bench, kan je gaan trainen om bezoek leuker te maken. Een goede techniek hiervoor is om het zien van bezoek direct te koppelen aan iets wat de hond ontzettend leuk vindt, zoals lekker voer. Gooi dit direct na de komst van het bezoek over het hekje of in de bench, zodat de hond een associatie legt tussen het bezoek en het lekkere voer. Doe dit dus bij voorkeur zelf en laat het bezoek verder geen contact maken met de hond: anders kan de hond het bezoek toch weer bedreigend gaan vinden.

Wat als niks werkt?

Soms doe je nog zo hard je best maar lukt het gewoon niet om het ontvangen van bezoek meer ontspannen te laten verlopen. Probeer in dat geval om te kijken naar andere opties en naar wat wel mogelijk is: krijg je bijna nooit bezoek maar wil je wel af en toe een verjaardag kunnen vieren thuis? Misschien is het dan mogelijk om in de buurt een oppas te zoeken waar je de hond een dagje naartoe mag brengen. En heb je wellicht een ruime schuur, zolder of een andere ruimte waar de hond ontspannen in kan verblijven? Overweeg dan om de hond gedurende de aanwezigheid van het bezoek met iets lekkers daar naartoe te brengen. Zo komt de hond überhaupt niet in contact met het bezoek, wat jou, het bezoek en zeker ook de hond zelf een hoop stress kan besparen.

Een andere tip is om de traditionele deurbel (die vaak het startsignaal voor de onrust bij je hond is) te vervangen door een videodeurbel die in verbinding staat met je telefoon: daarbij kun je instellen dat er geen geluid in huis hoorbaar is en je wel een berichtje krijgt op je telefoon als er iemand aan de deur is. Meestal kun je dan ook nog via je telefoon praten tegen het bezoek en bijvoorbeeld even doorgeven dat je de hond naar een andere ruimte brengt en er zo aan komt.

Conclusie

Heel veel honden vinden bezoek is huis niet zo leuk: ze vinden het eng, bedreigend of zien het bezoek als ongewenste indringer. Omdat dit gedrag deels genetisch is bepaald en ook omdat de ruimte in huis vaak beperkt is en bezoek dus al snel heel dichtbij komt, is dit gedrag lastig om te buigen. Veiligheid is hierbij altijd het allerbelangrijkste dus voorkom direct contact tussen bezoek en hond. Ga indien mogelijk met training aan de slag en schakel hierbij bij voorkeur de hulp in van een gediplomeerd gedragstherapeut die met je mee kan denken en een plan van aanpak op maat kan maken.

Bezoek ontvangen met een hond – deel 1

Ding-dong! Ah, de gasten zijn er. Luidkeels blaffend rent je hond naar de voordeur en springt de visite nog nét niet omver. Herkenbaar? Het ontvangen van bezoek is voor veel hondeneigenaren lastig. Sommige honden zijn enorm druk, andere daarentegen kruipen angstig weg in een hoekje. Om dit soort scenario’s te voorkomen, is het belangrijk dat je je hond van jongs af aan laat wennen aan bezoek én die deurbel.

Slechte gewoonten, zoals blaffen bij de deurbel of opspringen tegen bezoek, zijn erg hardnekkig. Dit komt onder andere doordat dit gedrag de hond iets heeft opgeleverd, bijvoorbeeld aandacht (zelfs in de vorm van wegduwen). Het fijne nieuws is: goede gewoonten zijn eveneens hardnekkig en lastig te doorbreken. Begin daarom dus al bij een pup met het creëren van deze goede gewoonten. In dit eerste deel van dit tweeluik over het ontvangen van bezoek bespreken we hoe je op deze manier problemen kunt voorkomen.

Betekenis van de deurbel

Honden zijn extreem bedreven in het leggen van verbanden. Misschien heb je dit zelf ook ervaren: je hond heeft erg snel door dat het openen van de koelkast betekent dat hij een stukje kaas of komkommer krijgt. Vervolgens staat hij elke keer naast je in de keuken, zodra hij de koelkast hoort. Hetzelfde gebeurt met de deurbel. Deze kondigt het bezoek aan, iets wat veel honden enorm leuk vinden vanwege alle aandacht die ze van het bezoek krijgen.

Nieuwe routine

Daarom wil je een andere betekenis geven aan de deurbel. Dit kun je zelf oefenen in korte sessies van 1 minuut. Doe dit nog even zonder bezoek, zodat je alle tijd hebt om je hond te begeleiden. Druk op de deurbel (of vraag iemand uit het gezin dit te doen) of neem het geluid van de deurbel op met je telefoon en speel dit af. Strooi direct daarna een handvol brokjes in de bench of mand van je hond. Door de kracht van herhaling wordt de deurbel niet langer geassocieerd met bezoek aan de deur; het voorspelt nu een regen aan voertjes in de mand. Als je merkt dat je hond na het horen van de deurbel al richting zijn plaats loopt, in anticipatie op dat lekkers, dan weet je dat de nieuwe associatie is gelegd.

Dan kun je gaan oefenen met iemand aan de deur. Zet ook dit in scène: als je je opgejaagd voelt door een postbode die snel een pakketje wil afgeven, kun je niet goed oefenen met je hond. Deze moet nu leren dat hij naar zijn plaats gaat, waar een berg brokjes op hem wacht, wanneer bezoek aan de deur komt. Word je hond toch enthousiast en wil hij naar het bezoek toe? Doe eventueel de voordeur dicht, begeleid je hond naar zijn plaats en beloon hem daar. Je hond hoeft het bezoek dus niet te begroeten aan de deur: dit zorgt vaak voor opwinding, eventueel gepaard met opspringen, blaffen en soms zelfs een plasje. Hierdoor kan bezoek niet rustig binnenkomen.

Binnenkomst bezoek

Als bovenstaande goed gaat, ga je pas oefenen met bezoek dat daadwerkelijk binnenkomt. Als het bezoek aanbelt, krijgt je hond weer zijn beloning op de plaats. Terwijl het bezoek binnenkomt, gooi je met regelmaat een brokje richting de bench of mand. Zo wordt je hond beloond voor het blijven op de plaats en leert hij dat dáár het leuks gebeurt. Mocht hij tussentijds opstaan, begeleid hem dan rustig weer terug.

Instrueer je visite van te voren: hoe wil je dat ze je hond begroeten? Vraag ze bijvoorbeeld eerst kalm door te lopen naar de gang en de hond te negeren. Dit betekent dus: niet aanhalen of enthousiast begroeten. Anders ontstaat weer een sterke associatie: bezoek is geweldig en reden voor enorme drukte. Hiermee wordt je harde werk tenietgedaan en is de nieuwe routine snel vergeten. Vraag je bezoek ook om zich om te draaien wanneer de hond opspringt. Je hond krijgt pas een aai als hij zich netjes gedraagt. Wanneer je hond rustig is, mag het bezoek de hond rustig aaien.

Troubleshooting

Is je hond nog steeds erg druk? Maak dan gebruik van een traphekje. Ook kun je je hond in een bench of ren plaatsen. Zo creëer je een barrière waardoor je hond het bezoek niet omver kan lopen. Als het bezoek binnenkomt, geef je steeds iets lekkers aan de hond. Hierbij is het extra belangrijk dat het bezoek de hond negeert, zodat de opwinding niet nog groter wordt. Als het bezoek is geïnstalleerd en je hond rustig is, kun je het benchdeurtje of traphekje opendoen. Laat de hond op eigen initiatief het bezoek begroeten. Is hij dan alsnog zo druk? Neem hem mee en breng hem terug naar de bench of achter het traphekje. Geef hem daar iets om zichzelf bezig te houden en te kalmeren, zoals een Kong.

Wil je hond niet naar het bezoek toe? Accepteer dat dan; je hoeft een begroeting niet af te dwingen of stimuleren. Gun je hond een veilige plek, zoals een bench. Eventueel kan het bezoek een brokje weggooien naar de andere kant van de kamer. Zo krijgt je hond alsnog een positieve associatie met het bezoek, maar wordt hij niet in verleiding gebracht om over zijn eigen grens heen te gaan. Dit gebeurt bijvoorbeeld wel wanneer het bezoek een voertje uit de hand zou geven. Je hond durft eigenlijk niet naar het bezoek toe, maar wil graag dat lekkers bemachtigen. Hij komt toch op die uitgestoken hand af en is nog steeds gespannen. Als je hond schrikt, bijvoorbeeld van een onverwacht geluid of een beweging, ontstaat een negatieve associatie met het bezoek. In het ergste geval kan hij van schrik uithalen. Laat daarom altijd het initiatief bij de hond en lok hem niet.

Conclusie

In dit eerste deel over bezoek ontvangen, heb je tips gekregen over het aanleren van goede gewoonten. Investeer hier tijd in, zodat je daar de rest van het hondenleven de vruchten van plukt. In de periode dat je bezig bent met de training, wil je dat je hond geen kans heeft om weer te oefenen met ongewenst gedrag. Plak een briefje op de deur waarop staat dat je bezig bent om je hond te trainen en dat het iets langer kan duren om de deur open te doen. Zo koop je wat tijd voor jezelf om de nieuwe routine te volgen.

In het tweede deel van dit tweeluik zetten we uiteen wat je kunt doen wanneer je hond helaas al wel vervelende associaties met bezoek heeft ontwikkeld en erg bang is of veel blaft en misschien zelfs bijt.

Good habits are hard to develop but easy to live with; bad habits are easy to develop but hard to live with

Dit artikel is geschreven door Romy Groeneveld.