Bezoek ontvangen met een hond – deel 1

Ding-dong! Ah, de gasten zijn er. Luidkeels blaffend rent je hond naar de voordeur en springt de visite nog nét niet omver. Herkenbaar? Het ontvangen van bezoek is voor veel hondeneigenaren lastig. Sommige honden zijn enorm druk, andere daarentegen kruipen angstig weg in een hoekje. Om dit soort scenario’s te voorkomen, is het belangrijk dat je je hond van jongs af aan laat wennen aan bezoek én die deurbel.

Slechte gewoonten, zoals blaffen bij de deurbel of opspringen tegen bezoek, zijn erg hardnekkig. Dit komt onder andere doordat dit gedrag de hond iets heeft opgeleverd, bijvoorbeeld aandacht (zelfs in de vorm van wegduwen). Het fijne nieuws is: goede gewoonten zijn eveneens hardnekkig en lastig te doorbreken. Begin daarom dus al bij een pup met het creëren van deze goede gewoonten. In dit eerste deel van dit tweeluik over het ontvangen van bezoek bespreken we hoe je op deze manier problemen kunt voorkomen.

Betekenis van de deurbel

Honden zijn extreem bedreven in het leggen van verbanden. Misschien heb je dit zelf ook ervaren: je hond heeft erg snel door dat het openen van de koelkast betekent dat hij een stukje kaas of komkommer krijgt. Vervolgens staat hij elke keer naast je in de keuken, zodra hij de koelkast hoort. Hetzelfde gebeurt met de deurbel. Deze kondigt het bezoek aan, iets wat veel honden enorm leuk vinden vanwege alle aandacht die ze van het bezoek krijgen.

Nieuwe routine

Daarom wil je een andere betekenis geven aan de deurbel. Dit kun je zelf oefenen in korte sessies van 1 minuut. Doe dit nog even zonder bezoek, zodat je alle tijd hebt om je hond te begeleiden. Druk op de deurbel (of vraag iemand uit het gezin dit te doen) of neem het geluid van de deurbel op met je telefoon en speel dit af. Strooi direct daarna een handvol brokjes in de bench of mand van je hond. Door de kracht van herhaling wordt de deurbel niet langer geassocieerd met bezoek aan de deur; het voorspelt nu een regen aan voertjes in de mand. Als je merkt dat je hond na het horen van de deurbel al richting zijn plaats loopt, in anticipatie op dat lekkers, dan weet je dat de nieuwe associatie is gelegd.

Dan kun je gaan oefenen met iemand aan de deur. Zet ook dit in scène: als je je opgejaagd voelt door een postbode die snel een pakketje wil afgeven, kun je niet goed oefenen met je hond. Deze moet nu leren dat hij naar zijn plaats gaat, waar een berg brokjes op hem wacht, wanneer bezoek aan de deur komt. Word je hond toch enthousiast en wil hij naar het bezoek toe? Doe eventueel de voordeur dicht, begeleid je hond naar zijn plaats en beloon hem daar. Je hond hoeft het bezoek dus niet te begroeten aan de deur: dit zorgt vaak voor opwinding, eventueel gepaard met opspringen, blaffen en soms zelfs een plasje. Hierdoor kan bezoek niet rustig binnenkomen.

Binnenkomst bezoek

Als bovenstaande goed gaat, ga je pas oefenen met bezoek dat daadwerkelijk binnenkomt. Als het bezoek aanbelt, krijgt je hond weer zijn beloning op de plaats. Terwijl het bezoek binnenkomt, gooi je met regelmaat een brokje richting de bench of mand. Zo wordt je hond beloond voor het blijven op de plaats en leert hij dat dáár het leuks gebeurt. Mocht hij tussentijds opstaan, begeleid hem dan rustig weer terug.

Instrueer je visite van te voren: hoe wil je dat ze je hond begroeten? Vraag ze bijvoorbeeld eerst kalm door te lopen naar de gang en de hond te negeren. Dit betekent dus: niet aanhalen of enthousiast begroeten. Anders ontstaat weer een sterke associatie: bezoek is geweldig en reden voor enorme drukte. Hiermee wordt je harde werk tenietgedaan en is de nieuwe routine snel vergeten. Vraag je bezoek ook om zich om te draaien wanneer de hond opspringt. Je hond krijgt pas een aai als hij zich netjes gedraagt. Wanneer je hond rustig is, mag het bezoek de hond rustig aaien.

Troubleshooting

Is je hond nog steeds erg druk? Maak dan gebruik van een traphekje. Ook kun je je hond in een bench of ren plaatsen. Zo creëer je een barrière waardoor je hond het bezoek niet omver kan lopen. Als het bezoek binnenkomt, geef je steeds iets lekkers aan de hond. Hierbij is het extra belangrijk dat het bezoek de hond negeert, zodat de opwinding niet nog groter wordt. Als het bezoek is geïnstalleerd en je hond rustig is, kun je het benchdeurtje of traphekje opendoen. Laat de hond op eigen initiatief het bezoek begroeten. Is hij dan alsnog zo druk? Neem hem mee en breng hem terug naar de bench of achter het traphekje. Geef hem daar iets om zichzelf bezig te houden en te kalmeren, zoals een Kong.

Wil je hond niet naar het bezoek toe? Accepteer dat dan; je hoeft een begroeting niet af te dwingen of stimuleren. Gun je hond een veilige plek, zoals een bench. Eventueel kan het bezoek een brokje weggooien naar de andere kant van de kamer. Zo krijgt je hond alsnog een positieve associatie met het bezoek, maar wordt hij niet in verleiding gebracht om over zijn eigen grens heen te gaan. Dit gebeurt bijvoorbeeld wel wanneer het bezoek een voertje uit de hand zou geven. Je hond durft eigenlijk niet naar het bezoek toe, maar wil graag dat lekkers bemachtigen. Hij komt toch op die uitgestoken hand af en is nog steeds gespannen. Als je hond schrikt, bijvoorbeeld van een onverwacht geluid of een beweging, ontstaat een negatieve associatie met het bezoek. In het ergste geval kan hij van schrik uithalen. Laat daarom altijd het initiatief bij de hond en lok hem niet.

Conclusie

In dit eerste deel over bezoek ontvangen, heb je tips gekregen over het aanleren van goede gewoonten. Investeer hier tijd in, zodat je daar de rest van het hondenleven de vruchten van plukt. In de periode dat je bezig bent met de training, wil je dat je hond geen kans heeft om weer te oefenen met ongewenst gedrag. Plak een briefje op de deur waarop staat dat je bezig bent om je hond te trainen en dat het iets langer kan duren om de deur open te doen. Zo koop je wat tijd voor jezelf om de nieuwe routine te volgen.

In het tweede deel van dit tweeluik zetten we uiteen wat je kunt doen wanneer je hond helaas al wel vervelende associaties met bezoek heeft ontwikkeld en erg bang is of veel blaft en misschien zelfs bijt.

Good habits are hard to develop but easy to live with; bad habits are easy to develop but hard to live with

Dit artikel is geschreven door Romy Groeneveld.