De oudere hond

Na de fases van de puppytijd met scherpe tanden en zindelijkheidstraining, de puberteit met de vele hormonen en het onvoorspelbare gedrag en de stabiele jaren van de volwassenheid, volgt de seniorfase. Je hond wordt ouder, misschien ook wel grijzer en zijn gezondheid gaat langzaam achteruit. In dit artikel bespreken we deze fase en hoe je je hond hierin kunt begeleiden.

Wanneer is je hond senior?

Maar wanneer bereikt je hond deze seniorenfase? Dat verschilt niet alleen per hond, maar hangt ook samen met de grootte en het gewicht. In zijn algemeenheid leven kleine honden langer dan grote honden. Kleine honden tot ca. 10 kg zijn pas ‘oud’ met een jaar of tien, terwijl honden tussen de 10 en 25 kg al met zeven jaar senior zijn. Nog grotere en zwaardere honden zijn soms met vijf jaar al oud te noemen.

Dit komt mogelijk omdat grotere honden vatbaarder zijn voor ouderdomskwalen ten gevolge van de snelle groei die ze doormaken. Daardoor is er een hoger risico op afwijkingen in de celgroei, waardoor de organen en het immuunsysteem sneller verouderen.

Waar merk je aan dat je hond ouder wordt?

Een van de eerste dingen waar je wellicht aan denkt, is het verschijnen van grijze haren bij je hond. Net als bij mensen kunnen hondenharen met het verstrijken van de jaren hun kleur verliezen. Dit zie je vaak als eerst rond de snuit. Hierbij spelen niet alleen genen een rol, maar ook is er onderzoek gedaan naar de invloed van andere factoren bij honden die erg jong, namelijk vóór het vierde jaar, grijs werden. Interessant is dat hieruit bleek dat of een hond gecastreerd was, de grootte van de hond en de aanwezigheid van medische problemen geen relatie hadden met vroeg grijs worden. Wat wel een rol speelde, was de mate van angst en impulsiviteit: hoe hoger de honden op die aspecten scoorden, hoe groter de kans dat ze al jong een grijze snuit hadden.

Daarnaast kun je merken dat je hond minder goed hoort of ziet naarmate hij ouder wordt. Zo is het mogelijk dat je hond steeds minder op de deurbel of andere geluiden reageert, of buiten als het donker is opeens gaat blaffen als hij iets in de verte ziet. Ook kan het zijn dat je als je met je hond traint, hij de clicker, je beloningswoord of de hondenfluit niet meer zo goed hoort. Los laten lopen is misschien geen optie meer. En als je in de ogen van je hond kijkt, kan zich daar een grijsblauwe waas aftekenen. Opvallend is trouwens dat de neus van de hond pas erg laat achteruit gaat: meestal blijft deze goed functioneren tot een leeftijd van veertien jaar!

Een andere ‘ouderdomskwaal’ is gewrichtspijn. Dit is echter vaak lastig te herkennen, omdat honden pijn niet altijd duidelijk aangeven. Ook zie je je eigen hond natuurlijk elke dag, waardoor je kleine veranderingen in gedrag die duiden op pijn gemakkelijk kunt missen. In deze video wordt heel duidelijk uitgelegd waaraan je pijn kunt herkennen bij honden:

Net als mensen, kunnen honden ook cognitieve problemen ontwikkelen en dementie krijgen. Symptomen waaraan je dit kunt herkennen zijn onder andere een veranderd dag-nachtritme, verdwaald raken in huis (en bijvoorbeeld in een hoek gaan staan), slomer zijn, minder contact maken en onzindelijkheid. Ca. de helft van de honden ouder dan elf jaar ontwikkelt deze klachten.

Hoe kun je je oudere hond ondersteunen?

Uiteraard is het ontzettend belangrijk om de gezondheid van je hond goed in de gaten te houden en alert te zijn op bovenstaande en andere ouderdomskwalen. Veel dierenartsen bieden een zogenaamde seniorencheck aan vanaf een bepaalde leeftijd. Er wordt dan niet alleen bloed- en urineonderzoek gedaan, maar ook het gebit, de gewrichten en het hart worden onderzocht.

Verder kan het goed zijn om een iets dikker, steviger of warmer kussen voor je hond aan te schaffen dat meer ondersteuning biedt, zeker omdat oudere honden meer slapen en een comfortabele ligplek dan extra belangrijk is. Omdat oudere honden het ook wat sneller koud krijgen, kun je overwegen om een jasje of trui bij je hond aan te doen op koude dagen. Daarnaast bestaan er supplementen speciaal voor oudere honden, zoals glucosamine voor soepele gewrichten en Aktivait om het verouderingsproces te vertragen. Tot slot kun je voeding gaan geven die speciaal voor senior honden is samengesteld.

Natuurlijk betekent het feit dat je hond ouder wordt niet dat je niets meer met je hond kunt ondernemen. Hoewel hele lange wandelingen en intensieve sporten als behendigheid wellicht niet meer tot de mogelijkheden behoren, kun je nog steeds een heleboel leuke activiteiten ondernemen. Denk bijvoorbeeld aan puzzelspelletjes thuis, detectie, speuren en andere minder belastende activiteiten zoals hoopers.

Conclusie

Ergens tussen de vijf en tien jaar oud begint de seniorenfase voor je hond. Tijdens deze fase kan je hond te maken krijgen met gezondheidsproblemen, minder goed werkende zintuigen en andere typische ouderdomskwalen. Maar met een goede begeleiding en op de leeftijdsfase afgestemde activiteiten kun je hopelijk nog flink wat jaren van elkaar genieten!

Bronnen